Migranten

In 2010 besloot een groep onderzoekers de resultaten van 4 screeningsprojecten uit de hele bevolking, waaronder niet-Westerse migranten, te combineren (6). Ze wilden hiermee de hepatitis C prevalentie onder niet-Westerse migranten beter in kaart brengen om zo een advies te kunnen geven over het invoeren van een eventueel screeningsprogramma. De 4 projecten waren uitgevoerd onder SOA-kliniek bezoekers met alleen heteroseksuele contacten, zwangere vrouwen en mensen woonachtig in twee willekeurige regio’s. Uit dit onderzoek bleek dat hepatitis C inderdaad vaker voorkomt bij migranten van een niet-Westerse afkomst dan bij mensen van een Westerse afkomst. Dit percentage varieerde tussen de 0,4 en 1,6% voor de niet-Westerse migranten en tussen de 0,1 en 0,4% voor mensen van een Westerse afkomst. Voor beide projecten gold dat eerste generatie migranten een hogere prevalentie hadden dan tweede generatie migranten.

 

De projecten die hieronder besproken worden zijn gericht op specifieke migrantenpopulaties en zijn onderverdeeld in projecten met eerste generatie migranten en overige generatie migranten (projecten waarbij geen onderscheid is gemaakt tussen eerste en latere generatie migranten).

Eerste generatie migranten

2009
2011
2012
2013

2009

In 2009-2010 zijn eerste generatie migranten uit Egypte in regio Amsterdam gescreend op hepatitis C (7). Ongeveer 15% van de totale Egyptische migrantenpopulatie in Amsterdam heeft meegedaan aan dit project. Ruim 2% (10/465) werd gediagnosticeerd met chronische hepatitis C. Eén patiënt had hepatitis C ooit doorgemaakt, maar was nu genezen.

2011

In 2011 werden in Arnhem 959 eerste generatie migranten uit landen waar hepatitis C veel voorkomt (Afghanistan, Iran, Irak, voormalige Sovjet-Unie en Vietnam) gescreend (8). Dit project bereikte 30% van de totale migrantenpopulatie uit deze landen. In totaal had 0,9% (9/959) antistoffen in het bloed. Migranten uit de voormalig Sovjet-Unie en Vietnam waren het vaakst antistof-positief (respectievelijk 3 en 1,5%). Drie mensen bleken uiteindelijk RNA-positief en hadden dus een chronische infectie.

2012

In Nijmegen werden in 2012 en 2013 eerste generatie migranten uit Egypte en Polen gescreend (9). Ruim 40% van de Egyptenaren liet zich testen, van de Polen was dit slechts 13%. Van de geteste Egyptenaren bleek niemand hepatitis C te hebben of te hebben doorgemaakt. Van de Polen had bijna 5% (3/62) een chronische infectie.

2013

In regio Gelderland en Amsterdam werden tussen 2013 en 2015 migranten op vrijwillige basis gescreend op hepatitis C naast de bestaande, verplichte tuberculose screening (10). Van de 859 benaderde migranten, werd 53% gescreend. In Gelderland werd alleen getest op antistoffen. In totaal bleek 1% (2/203) antistof-positief te zijn. In Amsterdam was dit 1,2% (3/256). Daarnaast werd in Amsterdam ook getest op de aanwezigheid van RNA, dat bij 0,4% (1/256) aantoonbaar was.

Overige generatie migranten

2009
2011
2012
2013

2009

In 2009 heeft men in Arnhem een voorlichting- en screeningsproject uitgevoerd onder Turkse migranten (11). In totaal werden 647 mensen getest, ongeveer 10% van de geschatte totale populatie. Slechts 0,3% (2/647) had hepatitis C antistoffen in het bloed. Bij beide mensen was er sprake van een chronische infectie (RNA-positief).

2011

In 2011 is een screeningsproject onder Chinese inwoners van Utrecht georganiseerd, “China onder de Dom” genaamd (12). In dit project werden een aantal voorlichting- en screeningsbijeenkomsten georganiseerd, waarin uiteindelijk 613 mensen zich lieten testen (ongeveer 30% van de geschatte totale Chinese populatie ouder dan 18). Slechts 0,3% (2/613) had antistoffen in het bloed, die ook beiden RNA in het bloed hadden. Er was dus bij beiden sprake van een chronische infectie.

2012

In 2012 is een screeningsproject onder Chinese inwoners van Amsterdam georganiseerd, “China aan de Amstel” genaamd (13). Na een aantal voorlichting- en screeningsbijeenkomsten lieten 733 Chinezen zich testen, waarvan 0,3% (2/733) antistof-positief waren. Bij één persoon (0,1%) was was sprake van een chronische infectie.

2013

In Arnhem-Nijmegen is in 2013 een project onder Chinese inwoners uitgevoerd, “China in het oosten” genaamd (14). Er werden voorlichting- en screeningsbijeenkomsten georganiseerd. Ruim 740 Chinezen hebben zich laten testen, waarvan 0,4% (3/743) antistoffen in het bloed bleek te hebben.

 

In 2013 is een screeningsproject onder Chinese migranten uitgevoerd in Eindhoven, “China aan de Dommel” genaamd (15). Na een aantal voorlichting- en screeningsbijeenkomsten lieten 677 Chinezen zich testen, waarvan 0,4% (3/677) antistof-positief bleek te zijn.