In Amsterdam hebben ze drugsgebruikers die in de ACS meededen (2005-2007) en drugsgebruikers die methadonklinieken bezochten (2007-2009) hepatitis C screening aangeboden (19). Van de ACS deelnemers heeft 90% zich laten testen. Bijna 60% (267/449) testte positief op antistoffen en bijna 41% (183/449) had RNA in het bloed. In de tweede groep drugsgebruikers liet 98% zich testen. Ruim 90% (73/79) had antistoffen in het bloed en 84% (66/79) was RNA-positief.
In Rotterdam is er in 2007-2008 een voorlichtingscampagne onder (ex-)drugsgebruikers en medewerkers in de verslavingszorg gevoerd (20). Medewerkers boden (ex-)drugsgebruikers actief counselinggesprekken aan waarna mensen zich konden laten testen. De resultaten werden vergeleken met klinieken in Dordrecht, waarbij er nauwelijks voorlichting had plaatsgevonden. In Rotterdam liet 87% zich testen (186/213), waarvan 31% (57/186) antistoffen in het bloed bleek te hebben. In totaal was 26% (49/186) geïnfecteerd met chronische hepatitis C. In Dordrecht waren er geen counselinggesprekken gevoerd en was er dus ook niemand getest op hepatitis C.