Alle eerder uitgevoerde screeningsprojecten zijn in wisselende mate succesvol. In deze paragraaf werpen we een korte terugblik en analyseren we alle projecten die tot nu toe zijn uitgevoerd.
Alle eerder uitgevoerde screeningsprojecten zijn in wisselende mate succesvol. In deze paragraaf werpen we een korte terugblik en analyseren we alle projecten die tot nu toe zijn uitgevoerd.
Als eerste kan geconcludeerd worden dat bewustzijnscampagnes in de algemene bevolking maar matig effectief zijn. Ze lijken effectief, maar leveren te weinig op in verhouding tot alle moeite die erin gestoken wordt. Wel zien we dat scholing van de zorgprofessionals die betrokken zijn bij het testen van mensen, zoals huisartsen, bijdraagt aan de opbrengst van zo’n project.
Het screenen van een specifiek geboortecohort waarin verwacht wordt dat hepatitis C veel voorkomt, bleek ook niet effectief genoeg en is dus niet verantwoord (5). Wel zag men hier dat het nauw samenwerken van de huisarts en GGD zeer zinvol is voor het bereiken van een hoge respons, maar liefst 51%.
Al met al is het dus beter om de aandacht te focussen op specifieke risicogroepen. Echter is niet iedere risicogroep hetzelfde, waardoor iedere risicogroep een eigen, op maat gemaakte manier van aanpak nodig heeft.
Om de opkomst van migranten voor screeningsprojecten zo hoog mogelijk te laten zijn, zijn verschillende manieren van aanpak mogelijk:
Helaas wordt een groot deel van de migrantenpopulaties vaak toch niet bereikt met deze hulpmiddelen. Een oplossing hiervoor zou kunnen zijn om de hepatitis C screening te combineren met een reeds bestaande, verplichte soort screening, zoals in Gelderland en Amsterdam is gedaan met de tuberculosescreening (10). Maar liefst 53% liet zich testen. De opbrengst van 1-1,2% mensen met antistoffen in het bloed is echter te laag om deze screening volgens de criteria van Wilson en Jungner kosteneffectief en verantwoord te laten zijn. Uit andere projecten onder Turkse, Chinese, Vietnamese, Afghaanse, Iraanse en Irakese migranten waar de screening niet gecombineerd werd met een andere, verplichte screening, is ook te concluderen dat de opbrengst te laag is (8, 11-15). Turkije, China, Vietnam, Afghanistan, Iran en Irak zijn echter landen waar hepatitis C niet veel voorkomt (minder dan 2-5% van de hele bevolking). Mogelijk is het beter de screening alleen te richten op migranten uit landen waar hepatitis C veel voorkomt (>10%).
In projecten waar (voormalig) drugsgebruikers worden gescreend op hepatitis C, is de opbrengst erg hoog, met name bij personen die injecteerbare drugs gebruik(t)en. Ook al daalt het aantal (oud) drugsgebruikers met hepatitis C, nog steeds liggen de percentages hoog. Bij onveilig drugsgebruik is daarnaast de kans om opnieuw geïnfecteerd te raken na genezing helaas hoog. Daarom is het belangrijk dat naast screening ook voldoende aandacht wordt geschonken aan voorlichting en het voorkómen van nieuwe infecties (preventie). Over preventie van nieuwe infecties leest u hier meer.
De opbrengst van screeningsprojecten onder homo- en biseksuele mannen hebben ook een goede opbrengst. Screening in deze groep is en blijft belangrijk, met name onder de hiv-positieve mannen en hiv-negatieve mannen die PrEP gebruiken. Screening is al opgenomen in zorgprotocollen voor deze groepen, maar in de praktijk worden deze nog niet altijd nageleefd. Naast het eerste keer oplopen van hepatitis C raken in deze groepen ook relatief veel mensen opnieuw geïnfecteerd na succesvolle behandeling. Voorlichting en het voorkomen van infecties is dus erg belangrijk.
Nadat bekend werd dat hepatitis C een virus is dat via het bloed wordt overgedragen, zijn veel patiënten die regelmatig bloedtransfusies kregen al getest op hepatitis C. De verwachting is niet dat er veel nieuwe gevallen worden gevonden als je deze mensen nu opnieuw gaat screenen. Uit het project onder hemofilie patiënten waarvan de resultaten in 2005 gepubliceerd werden, blijkt wel dat toen een groot deel (nog) niet behandeld was (28). De verwachting is dat deze mensen nu wel behandeld zullen zijn, vooral na de komst en vergoeding van de nieuwe antivirale middelen in 2015.
Als laatste is het belangrijk om te zorgen dat er na het uitvoeren van de testen ook een goed vervolg wordt gegeven indien de test positief is. In het project in Maatschappelijke Opvang instellingen en Inloopcentra bleek dat er 50% uitviel tussen het moment van testen en behandeling (31). Dit is onacceptabel hoog. We weten uit andere projecten dat er vergelijkbare percentages uitvallen onder (voormalig) drugsgebruikers. Projecten in de toekomst zullen zich erop moeten richten dit probleem aan te pakken.
Er lopen momenteel geen nieuwe screeningsprojecten. Mochten wij informatie ontvangen over een nieuw project, wordt dat hier vermeld.