Hoe wordt de diagnose hepatitis C gesteld?
Hepatitis C kan met bloedonderzoek worden aangetoond. Er kan getest worden op de aanwezigheid van antistoffen tegen hepatitis C (stoffen die het lichaam maakt als verdediging tegen het virus). Deze zijn vanaf ongeveer 6 weken na infectie in het bloed aantoonbaar en blijven aanwezig als je genezen bent van de ziekte. Omdat deze test niet altijd 100% betrouwbaar is, moet er bij een positieve testuitslag (dus er zijn wel antistoffen tegen hepatitis C aangetoond) altijd een tweede test ter bevestiging worden uitgevoerd. Deze test heet een immunoblot. De hoeveelheid virusdeeltjes in het bloed kan ook getest worden. Dit is de meest betrouwbare test, maar deze kan alleen in gespecialiseerde laboratoria plaatsvinden.
Hepatitis C kan ook afwijkende bloedwaarden van de lever geven, die duiden op een ontsteking van de lever. Soms komen dokters zo op het spoor van een hepatitis C infectie. Na het vaststellen van de diagnose ‘hepatitis C’, moet de patiënt doorverwezen worden naar een specialist (bijvoorbeeld een maag-darm-leverarts, internist of infectioloog).