08 mrt 2010
In 2010 besloot een groep onderzoekers de resultaten van 4 screeningsprojecten in de algehele bevolking gecombineerd te analyseren (17). De 4 projecten waren uitgevoerd onder mensen met heteroseksuele contacten die een SOA-kliniek bezochten, zwangere vrouwen en twee willekeurige populatie samples uit heel Nederland en Amsterdam. Het percentage antistof-positieven varieerde tussen de 0,4 en 1,6% voor de niet-Westerse migranten en tussen de 0,1 en 0,4% voor mensen met een Westerse etniciteit. Eerste generatie migranten hadden een hogere prevalentie dan tweede generatie migranten.