Inleiding

De morbiditeit en mortaliteit van hepatitis C nemen de afgelopen jaren toe (1). De verwachting is dat deze trend voortgezet zal worden. De Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO) heeft in 2016 virale hepatitis doelen opgesteld, waarin zij oproepen tot actie (2). Het doel is om hepatitis C te elimineren in 2030.

 

In Nederland wordt geschat dat er ruim 20.000 mensen geïnfecteerd zijn met hepatitis C (3). Jaarlijks overlijden nog steeds ongeveer 320 mensen aan de gevolgen van deze aandoening (4). De gezondheidszorg in Nederland wil dit aantal fors verminderen. Het RIVM heeft daartoe een Nationaal Hepatitis Plan opgesteld (5). Onder de paraplu van dit plan zijn een aantal initiatieven opgestart om eliminatie van hepatitis C te bewerkstelligen.

Eliminatie is een proces dat grofweg wordt opgedeeld in twee fasen. De eerste fase is retrieval, het opsporen van ooit gediagnosticeerde, nog onbehandelde (of onsuccesvol behandelde) patiënten. Na opsporing worden patiënten opnieuw aan zorg gekoppeld. De afgelopen jaren zijn er al enkele regionale projecten uitgevoerd. Daar lees je hier meer over. In 2018 is er een landelijk project gestart, genaamd CELINE. Dit project neemt alle lessen mee van voorgaande projecten. Je leest daar hier meer over.

De tweede fase is screening, het diagnosticeren van mensen die nog niet weten dat ze geïnfecteerd zijn. De Gezondheidsraad heeft in 2016 (6) het advies gegeven dit alleen uit te voeren bij risicogroepen, wegens de lage prevalentie van hepatitis C in de algemene bevolking. Ook is het belangrijk dat we het bewustzijn van en de kennis over hepatitis C vergroten onder zorgverleners. Huisartsen hebben bijvoorbeeld vaak maar een paar mensen die bekend zijn met hepatitis C in hun praktijk, wat het voor hen een zeldzaam ziektebeeld maakt. Daarnaast is er helaas nog vaak sprake van vooroordelen over hepatitis C-positieve mensen en worden patiënten gestigmatiseerd.

 

In het verleden zijn meerdere screeningsprojecten uitgevoerd in Nederland. Je leest daar hier meer over.