Migranten

In 2009-2010 zijn eerste generatie migranten uit Egypte in regio Amsterdam gescreend op hepatitis C (12). Zij werden benaderd met voorlichtingsmateriaal, waarin zij uitgenodigd werden voor voorlichtingbijeenkomsten (gegeven in het Arabisch) in samenwerking met (sleutelfiguren uit) Egyptische organisaties. Er was sprake van on-site screening. Ongeveer 15% van de totale Egyptische migrantenpopulatie in Amsterdam heeft uiteindelijk meegedaan. Ruim 2% (10/465) was RNA-positief. Eén patiënt was alleen anti-HCV positief.

In 2011 werden in Arnhem 959 eerste generatie migranten uit landen met een hoge hepatitis C veel prevalentie (Afghanistan, Iran, Irak, voormalige Sovjet-Unie en Vietnam) gescreend (13). Migranten werden benaderd met informatiemateriaal in hun eigen taal, verspreid bij relevante organisaties of door de gemeente verstuurd naar de mensen thuis. Daarnaast bestond er een website gewijd aan dit project. Mensen werden uitgenodigd voor voorlichtingbijeenkomsten met on-site screening. Het project bereikte 30% van de totale migrantenpopulatie uit de 5 genoemde landen. In totaal was 0,9% (9/959) antistof-positief. Hogere prevalentiecijfers werden gevonden bij migranten uit de voormalig Sovjet-Unie (3%) en Vietnam (1,5%). Slechts 0,3% (3/959) was RNA-positief.

In Nijmegen werden in 2012 en 2013 eerste generatie migranten uit Egypte en Polen gescreend (14). Informatiemateriaal in de eigen taal werd naar de mensen thuis gestuurd. De adressen werden verkregen vanuit de Gemeentelijke Bevolkingsadministratie. Huisartsen in de regio werden ook betrokken. Bij de Egyptenaren werden daarnaast sleutelfiguren uit de bevolking ingezet en werd informatiemateriaal bij relevante organisaties verspreid. Er werden vervolgens een aantal bijeenkomsten georganiseerd met on-site screening. Ruim 40% van de Egyptenaren liet zich testen, van de Polen was dit slechts 13%. Van de geteste Egyptenaren bleek niemand hepatitis C te hebben of te hebben doorgemaakt. Van de Polen was bijna 5% (3/62) RNA-positief.

In 2009 heeft men in Arnhem een voorlichting- en screeningsproject uitgevoerd onder Turkse migranten (16). Zij maakten gebruik van een community-based kenniscampagne met informatiemateriaal in het Turks. Huisartsen werden ook betrokken. On-site screening werd aangeboden tijdens voorlichtingbijeenkomsten. In totaal werden 647 mensen getest, ongeveer 10% van de geschatte totale populatie. Slechts 0,3% (2/647) had hepatitis C antistoffen in het bloed. Beide mensen waren eerste generatie migranten en waren naast antistof- ook RNA-positief.

In 2010 besloot een groep onderzoekers de resultaten van 4 screeningsprojecten in de algehele bevolking gecombineerd te analyseren (17). De 4 projecten waren uitgevoerd onder mensen met heteroseksuele contacten die een SOA-kliniek bezochten, zwangere vrouwen en twee willekeurige populatie samples uit heel Nederland en Amsterdam. Het percentage antistof-positieven varieerde tussen de 0,4 en 1,6% voor de niet-Westerse migranten en tussen de 0,1 en 0,4% voor mensen met een Westerse etniciteit. Eerste generatie migranten hadden een hogere prevalentie dan tweede generatie migranten.

In 2011 is een screeningsproject onder Chinese inwoners van Utrecht georganiseerd, “China onder de Dom” genaamd (18). Zij maakten gebruik van een community-based kenniscampagne. Er werden een aantal voorlichtingbijeenkomsten georganiseerd met on-site screening. Uiteindelijk lieten 613 mensen zich testen (ongeveer 30% van de geschatte totale Chinese populatie ouder dan 18). Slechts 0,3% (2/613) was antistof-positief. Beide personen waren ook RNA-positief.

In 2012 is er project onder Chinezen in Amsterdam uitgevoerd, “China aan de Amstel” genaamd (19). Na een community-based kenniscampagne hebben 733 Chinezen zich laten testen, waarvan 0,3% (2/733) antistof-positief waren. Eén daarvan (0,1%) was geïnfecteerd met chronische hepatitis C.

In regio Gelderland en Amsterdam werden tussen 2013 en 2015 migranten op vrijwillige basis gescreend op hepatitis C naast de bestaande, verplichte tuberculose screening (15). Van de 859 benaderde migranten, werd 53% gescreend. In Gelderland werd alleen getest op antistoffen. In totaal bleek 1% (2/203) antistof-positief te zijn. In Amsterdam was dit 1,2% (3/256). Daarnaast werd in Amsterdam ook getest op de aanwezigheid van RNA, dat bij 0,4% (1/256) aantoonbaar was.

In Arnhem-Nijmegen is in 2013 een screeningsproject onder Chinese inwoners uitgevoerd, “China in het oosten” genaamd (20). Met behulp van een community-based kenniscampagne riepen ze de mensen op, waarna 743 Chinezen zich hebben laten testen. In totaal bleek 0,4% (3/743) antistof-positief te zijn.

In 2013 is er in Eindhoven een project onder Chinezen uitgevoerd, “China aan de Dommel” genaamd (21). In totaal lieten 677 Chinezen zich testen, waarvan 0,4% (3/677) antistof-positief bleek te zijn.